Artikel 29

  • 1
    Politie, brandweer en ambulances en andere door het Ministerie aangewezen voertuigen mogen met een blauw zwaai-, flits of knipperlicht en een tweetonige hoorn rijden om aan te geven dat ze een dringende taak hebben.

    Originele wettekst

    Bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie en brandweer, motorvoertuigen in gebruik bij diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, en motorvoertuigen van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten voeren blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen.
  • 2
    Naast het blauwe zwaailicht en de sirene mogen politie, brandweer en ambulances ook overdag met knipperende koplampen rijden.

    Originele wettekst

    De in het eerste lid genoemde bestuurders mogen aanvullend op de in dat lid bedoelde verlichting overdag knipperende koplampen voeren.
  • 3
    De minister kan voorschriften vaststellen over het gebruik van blauwe zwaailichten, sirenes en knipperende koplampen.

    Originele wettekst

    Bij ministeriƫle regeling kunnen voorschriften worden vastgesteld betreffende het blauwe zwaai-, flits- of knipperlicht, de tweetonige hoorn en de knipperende koplampen.