Artikel 26

  • 1
    Op een gehandicaptenparkeerplaats mag u alleen parkeren als:

    Originele wettekst

    Op een gehandicaptenparkeerplaats mag slechts worden geparkeerd:
    • a.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met een gehandicaptenvoertuig als u ook daadwerkelijk gehandicapten vervoert.

      Originele wettekst

      een gehandicaptenvoertuig, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte;
    • b.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met een motorvoertuig met meer dan twee wielen waarin een gehandicaptenparkeerkaart duidelijk aanwezig is. Deze parkeerkaart is alleen geldig voor diegenen aan wie de kaart verstrekt is danwel de instelling aan wie deze kaart verstrekt is.

      Originele wettekst

      een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt, dan wel met het vervoer van een of meerdere personen die in een instelling verblijven, indien de kaart aan het bestuur van die instelling is verstrekt; of
    • c.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met het voertuig voor wie deze parkeerplaats gereserveerd is, als er sprake is van een gereserveerde parkeerplaats.

      Originele wettekst

      indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.
  • 2
    Als er op het onderbord een maximale parkeerduur is aangegeven mag hier niet langer dan deze tijd geparkeerd worden ook al ontbreekt hier een blauwe streep.

    Originele wettekst

    Indien op een onderbord een maximale parkeerduur is vermeld, is artikel 25, tweede tot en met vijfde lid, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de parkeerplaats niet hoeft te zijn voorzien van een blauwe streep.