Artikel 32

  • 1
    Als u een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig met een gesloten constructie bestuurt moet u bij nacht en bij slecht zicht overdag dimlicht voeren.

    Originele wettekst

    Bestuurders van een motorvoertuig, een bromfiets, een snorfiets, niet zijnde een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet, een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een verbrandingsmotor, of een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een elektromotor en voorzien van een gesloten carrosserie, voeren bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd, en bij nacht dimlicht. Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een elektromotor en niet is voorzien van een gesloten carrosserie voeren alsdan de in artikel 5.18.43, eerste lid, van de Regeling voertuigen bedoelde lichten.
  • 2
    Als u een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig met een gesloten constructie bestuurt mag u geen groot licht voeren:

    Originele wettekst

    Het voeren van groot licht in plaats van dimlicht is toegestaan behoudens in de volgende gevallen:
    • a.
      overdag

      Originele wettekst

      bij dag;
    • b.
      bij het tegenkomen van andere weggebruikers en

      Originele wettekst

      bij het tegenkomen van een andere weggebruiker en
    • c.
      bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig.

      Originele wettekst

      bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig.
  • 3
    Uw achterlicht en de verlichting van uw achterkentekenplaat moeten altijd branden als uw andere verlichting ook brand.

    Originele wettekst

    Achterlicht en de verlichting van de achterkentekenplaat moeten steeds gelijktijdig met groot licht, dimlicht, stadslicht of mistlicht branden.