Artikel 23

  • 1
    Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op:

    Originele wettekst

    De bestuurder mag zijn voertuig niet laten stilstaan:
    • a.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op een kruispunt of overweg.

      Originele wettekst

      op een kruispunt of een overweg;
    • b.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op een fietsstrook of op de rijbaan naast een fietsstrook.

      Originele wettekst

      op een fietsstrook of op de rijbaan langs een fietsstrook;
    • c.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan.

      Originele wettekst

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan;
    • d.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan in een tunnel.

      Originele wettekst

      in een tunnel;
    • e.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan bij een bushalte ter hoogte van de geblokte markering en als deze ontbreekt binnen 12 meter van het bushalte bord.

      Originele wettekst

      bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering dan wel, ingeval die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord;
    • f.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op de rijbaan langs een busstrook.

      Originele wettekst

      op de rijbaan langs een busstrook en
    • g.
      Als bestuurder mag je je voertuig niet stil laten staan op de rijbaan langs een gele doorgetrokken streep.

      Originele wettekst

      langs een gele doorgetrokken streep.
  • 2
    Bij een bushalte mag je wel stilstaan om passagiers in- en uit te laten stappen.

    Originele wettekst

    Onderdeel e van het eerste lid geldt niet voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers.