Overslaan en naar de inhoud gaan
Home

Subnavigatie

  • Over deze website
Verkeersregels

Hoofdnavigatie

  • Verkeersborden en tekens
  • Terug in de tijd

Regelgeving

Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden als ruiter, met vee, met een wagen, landbouwverkeer, brommobiel, fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig.
C09
Verkeersbord
Hier mogen alleen bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen parkeren.
E08E
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een fiets of gehandicaptenvoertuig zonder motor.
C14
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig.
C15
Verkeersbord
Hier mogen alleen fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen geparkeerd worden.
E08G
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een brom-, snorfiets of gehandicaptenvoertuig met motor.
C13
Verkeersbord
Hier mogen alleen voertuigen geparkeerd worden die voorzien zijn van een gehandicapten parkeerkaart.
E06
RVV Artikel

Artikel 20

Binnen de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden:
  • a.
    Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 50 km/h voor motorvoertuigen.

    Originele wettekst

    voor motorvoertuigen 50 km per uur;
  • b.
    voor bromfietsen en gemotoriseerde gehandicapten voertuigen

    Originele wettekst

    voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor:
    • 1.
      Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 30 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op het fiets/bromfietspad.

      Originele wettekst

      op het fiets/bromfietspad 30 km per uur;
    • 2.
      Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 45 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op de rijbaan.

      Originele wettekst

      op de rijbaan 45 km per uur;
    • 3.
      Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 30 km/h voor gehandicaptenvoertuigen op het fietspad.

      Originele wettekst

      op het fietspad, voor de hier bedoelde gehandicaptenvoertuigen, 30 km per uur;
  • c.
    Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 6 km/h voor gehandicaptenvoertuigen en snorfietsen op het voetpad.

    Originele wettekst

    voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor, en snorfietsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.
RVV Artikel

Artikel 21

Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden:
  • a.
    Voor motorvoertuigen geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 130 km/h op autosnelwegen, 100 km/h op autowegen en 80 km/h op andere wegen.

    Originele wettekst

    voor motorvoertuigen op autosnelwegen 130 km per uur, op autowegen 100 km per uur en op andere wegen 80 km per uur;
  • b.
    voor bromfietsen en gemotoriseerde gehandicapten voertuigen

    Originele wettekst

    voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor:
    • 1.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 40 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op het fiets/bromfietspad.

      Originele wettekst

      op het fiets/bromfietspad 40 km per uur;
    • 2.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 45 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op de rijbaan.

      Originele wettekst

      op de rijbaan 45 km per uur;
    • 3.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 40 km/h voor gehandicaptenvoertuigen op het fietspad.

      Originele wettekst

      op het fietspad, voor de hier bedoelde gehandicaptenvoertuigen, 40 km per uur;
  • c.
    Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 6 km/h voor gehandicaptenvoertuigen en snorfietsen op het voetpad.

    Originele wettekst

    voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor, en snorfietsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.
RVV Artikel

Artikel 26

  • 1
    Op een gehandicaptenparkeerplaats mag u alleen parkeren als:
    • a.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met een gehandicaptenvoertuig als u ook daadwerkelijk gehandicapten vervoert.

      Originele wettekst

      een gehandicaptenvoertuig, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van een gehandicapte;
    • b.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met een motorvoertuig met meer dan twee wielen waarin een gehandicaptenparkeerkaart duidelijk aanwezig is. Deze parkeerkaart is alleen geldig voor diegenen aan wie de kaart verstrekt is danwel de instelling aan wie deze kaart verstrekt is.

      Originele wettekst

      een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht, indien het parkeren rechtstreeks verband houdt met het vervoer van de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt, dan wel met het vervoer van een of meerdere personen die in een instelling verblijven, indien de kaart aan het bestuur van die instelling is verstrekt; of
    • c.
      U mag alleen op een gehandicapten parkeerplaats parkeren met het voertuig voor wie deze parkeerplaats gereserveerd is, als er sprake is van een gereserveerde parkeerplaats.

      Originele wettekst

      indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig.
  • 2
    Als er op het onderbord een maximale parkeerduur is aangegeven mag hier niet langer dan deze tijd geparkeerd worden ook al ontbreekt hier een blauwe streep.
RVV Artikel

Artikel 7

Als je in een gehandicaptenvoertuig rijdt mag je op het voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of de rijbaan rijden.
RVV Artikel

Artikel 86

Officiële parkeerkaarten voor mensen met een handicap, die in het buitenland zijn afgegeven, zijn geldig in Nederland.
RVV Artikel

Artikel 49

  • 1
    U moet als bestuurder, blinden voorzien van een witte stok met één of meerdere rode ringen en mensen die zich moeilijk voortbewegen voor laten gaan.
  • 2
    U moet als bestuurder, voetgangers en bestuurders van gehandicapten voertuigen die oversteken of van plan zijn over te steken bij een zebrapad voor laten gaan.
  • 3
    U hoeft voetgangers en bestuurders van een gehandicapten voertuig bij een zebrapad niet voor te laten gaan als u in een militaire kolonne of uitvaartstoet rijdt.
  • 4
    U hoeft voetgangers en bestuurders van een gehandicapten voertuig bij een zebrapad niet voor te laten gaan als er een rood voetgangerslicht of een geel knipperlicht brandt.
RVV Artikel

Artikel 32

  • 1
    Als u een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig met een gesloten constructie bestuurt moet u bij nacht en bij slecht zicht overdag dimlicht voeren.
  • 2
    Als u een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig met een gesloten constructie bestuurt mag u geen groot licht voeren:
    • a.
      overdag

      Originele wettekst

      bij dag;
    • b.
      bij het tegenkomen van andere weggebruikers en

      Originele wettekst

      bij het tegenkomen van een andere weggebruiker en
    • c.
      bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig.

      Originele wettekst

      bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig.
  • 3
    Uw achterlicht en de verlichting van uw achterkentekenplaat moeten altijd branden als uw andere verlichting ook brand.
RVV Artikel

Artikel 10

  • 1
    Als u een bestuurder bent en niet op een fiets, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig of paard rijdt, gebruikt u de rijbaan en als u een aanhanger trekt mag u ook andere gedeelten gebruiken voor het parkeren met uitzondering van het voetpad, fietspad, fiets/ bromfietspad of het ruiterpad.
  • 2
    Als u op een fiets of in een gehandicaptenvoertuig rijdt mag u de fietsstrook met doorgetrokken streep gebruiken. Andere bestuurders mogen dit niet.
RVV Artikel

Artikel 60

  • 1
    Bestuurder en passagiers van bromfietsen, snorfietsen, brommobielen, motorfietsen en driewielige motorvoertuigen zonder gesloten carrosserie moeten een goed passende helm dragen die goed vastgemaakt kan worden. Deze helm moet goedgekeurd zijn, zoals in art. 21 staat vermeld.
  • 2
    Het eerste lid geldt niet voor:
    • a.
      snorfiets,

      Originele wettekst

      de bestuurder en de passagiers van een snorfiets, behoudens wanneer artikel 5, achtste lid, van toepassing is;
    • b.
      brombakfiets,

      Originele wettekst

      de bestuurder en de achter hem zittende passagier van een brombakfiets;
    • c.
      bepaalde soorten bromfietsen of motorfietsen door de RDW aangewezen, die een veiligheidscel en ook nog veiligheidsgordels hebben en deze ook gebruiken.

      Originele wettekst

      de bestuurder of de passagier van een door de Dienst Wegverkeer aangewezen type bromfiets, niet zijnde een brommobiel, of motorfiets van wie de zitplaats beschermd wordt door een veiligheidscel en voorzien is van een autogordel, mits van deze autogordel gebruik gemaakt wordt. Bij de aanwijzing kan onderscheid gemaakt worden tussen de bestuurder en de passagiers ten aanzien van de gelding van het eerste lid. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld betreffende de eisen waaraan een type bromfiets of motorfiets moet voldoen om te kunnen worden aangewezen. Deze regels zien in elk geval op de eisen die gesteld worden aan de veiligheidscel en de autogordels;
    • d.
      Brommobiel zonder gesloten carrosserie of een driewielig motorvoertuig als de zitplaats goedgekeurde veiligheidsgordels hebben en deze gebruikt worden.

      Originele wettekst

      de bestuurders of de passagiers van een brommobiel zonder gesloten carrosserie of een driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie van wie de zitplaats in deze brommobiel of dat motorvoertuig is voorzien van twee bevestigingspunten onder en één bevestigingspunt boven voor een autogordel overeenkomstig de typegoedkeuring van het voertuig zoals die gold op de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen, en waarbij de autogordel voldoet aan artikel 5.6.47, derde en vierde lid, van de Regeling voertuigen of aan artikel 5.5.47, vierde en vijfde lid, van de Regeling voertuigen, mits van deze autogordel gebruik gemaakt wordt.
  • 3
    Als een kind van onder de 12 jaar niet op de voorgeschreven wijze wordt vervoerd, dan is de bestuurder strafbaar.
RVV Artikel

Artikel 85

  • 1
    Voor bestuurders van een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige en leesbare gehandicaptenkaart is aangebracht, zijn artikel 25 en, bij niet langer dan 3 uur parkeren, de artikelen 24, eerste lid, onderdeel e, 46 en 62, bij bord E1 van bijlage 1, niet van toepassing.
  • 2
    Voor bestuurders van een gehandicaptenvoertuig zijn artikel 25 en, bij niet langer dan 3 uur parkeren, de artikelen 24 eerste lid, onderdeel e, en 62, als het gaat over het bord E1, niet van toepassing.
  • 3
    Het eerste en tweede lid zijn alleen van toepassing als het parkeren nodig is voor het vervoer van een persoon met een handicap.
  • 4
    Wanneer er niet langer dan drie uur geparkeerd mag worden moet in het motorvoertuig een officiële parkeerkaart zichtbaar zijn, waarop de starttijd staat van het parkeren.
RVV Artikel

Artikel 68

  • 1
    Bij driekleurige verkeerlichten betekent:
    • a.
      groen licht: doorgaan

      Originele wettekst

      groen licht: doorgaan;
    • b.
      geel licht: stoppen, tenzij je als bestuurder niet meer kunt stoppen voor het verkeerslicht

      Originele wettekst

      geel licht: stop; voor bestuurders die het teken zo dicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet meer mogelijk is: doorgaan;
    • c.
      rood licht: stop

      Originele wettekst

      rood licht: stop.
  • 2
    Als in een verkeerslicht (driekleurig of een daaraan toegevoegd éénkleurig verkeerslicht) een verlichte pijl zit, geldt het licht alleen voor de richting die de pijl aangeeft.
  • 3
    Als een verlichte afbeelding van een fiets zichtbaar is, geldt het licht voor fietsers, bromfietsers op een fiets/bromfietspad en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig.
  • 4
    De bestuurders die bij een militaire colonne behoren die het verkeerslicht bij groen licht is begonnen te passeren, mogen blijven doorgaan als het verkeerslicht niet meer groen is.
  • 5
    Als onder of bij een driekleurig licht een bord staat met "Rechtsaf voor fietsers vrij" of "Rechtsaf voor (brom)fietsers vrij" dan gelden het gele en groene licht niet voor rechtsafslaande (brom)fietsers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig. Zij moeten het andere verkeer ter plekke voor laten gaan.
  • 6
    Als een weg is verdeeld in meerdere rijstroken met verkeer in dezelfde richting, kan een verkeerslicht van toepassing zijn op slechts 1 rijstrook.
RVV Artikel

Artikel 5

  • 1
    Op de fiets moet u het verplichte fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken.
  • 2
    Op de fiets mag u de rijbaan gebruiken als er geen fietspad of fiets/bromfietspad is.
  • 3
    Op de fiets mag u het onverplichte fietspad gebruiken. Op de snorfiets met een benzine motor mag je alleen op het onverplichte fietspad met de motor uit.
  • 4
    Als uw fiets breder dan 0,75 meter is, danwel als je een aanhanger achter je fiets hebt die breder is dan 0,75 meter, mag u op de rijbaan fietsen.
  • 5
    Als u ouder bent dan 16 jaar en een snorfiets bestuurt, mag u het voetpad gebruiken als u een gehandicaptenparkeerkaart hebt of een officieel uitgegeven kaart voor het vervoeren van gehandicapten.
  • 6
    Als u jonger bent dan 16 jaar en een snorfiets bestuurt, moet u het voetpad gebruiken als u een gehandicaptenparkeerkaart hebt, of een officieel uitgegeven kaart voor het vervoeren van gehandicapten.
  • 7
    Als u jonger bent dan 16 mag u met een snorfiets niet op het fietspad of de rijbaan.
  • 8
    Bestuurders van snorfietsen maken gebruik van de rijbaan als dit door middel van verkeersborden is aangegeven.
  • 9
    Als er een verwijzing met borden is dat de snorfiets op de rijbaan moet, dan geldt dit niet voor bijzondere bromfietsen (bijvoorbeeld een Segway) die door de minister zijn aangemerkt. Dit geldt ook niet voor gehandicaptenvoertuigen.
RVV Artikel

Artikel 34

  • 1
    Als het mistig is bij sneeuwval of regen die het zicht ernstig belemmert mag een voertuig mistlicht aan de voorzijde voeren, het dimlicht mag dan uit blijven.
  • 2
    Als bij mist of sneeuwval het zicht minder dan 50 meter is mag mistachterlicht gevoerd worden.
RVV Artikel

Artikel 35b

  • 1
    Bestuurders van een wagen moeten bij nacht en bij slecht zicht overdag, voor- en achterlicht voeren.
  • 2
    Als u met je rolstoel zonder motor bij nacht en bij slecht zicht overdag op de rijbaan, het fietspad of het brom/fietspad rjjdt, moet u voor- en achterlicht voeren.
RVV Artikel

Artikel 59

  • 1
    Bestuurders van auto's, driewielige motorvoertuigen met een gesloten carrosserie of een brommobiel en hun passagiers moeten gebruik maken van de autogordel. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaar en kleiner zijn dan 1,35 meter moeten in een kinderzitje zitten. Als de zitplaatsen een gordel hebben mogen er niet meer passagiers meegenomen worden dan er gordels zijn.
  • 2
    Met een auto, een driewielig motorvoertuig met een gesloten carrosserie of een brommobiel waarin geen autogordels of kinderzitjes aanwezig zijn mogen geen kinderen jonger dan 3 jaar worden meegenomen. Kinderen jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1,35 meter mogen niet voorin zitten.
  • 3
    Passagiers, jonger dan 18 jaar mogen voorin alleen van een achteruitrijzitje gebruiken maken als de voorairbag is uitgeschakeld.
  • 4
    Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een rolstoel. Deze passagiers worden vervoerd in een rolstoel die vastgezet is waarbij de stabiliteit en veiligheid gewaarborgd is. Deze passagiers maken dan gebruik van
    • a.
      de beschikbare veiligheidsgordel van het voertuig.

      Originele wettekst

      de voor hen beschikbare veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig,
    • b.
      De veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het systeem waarmee de rolstoel aan het voertuig is bevestigd.

      Originele wettekst

      de veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd, of
    • c.
      een door de minister aangewezen constructie.

      Originele wettekst

      een door Onze Minister aangewezen constructie.
  • 5
    Passagiers van een taxi die jonger dan 18 jaar zijn en kleiner dan 1,35 meter hoeven niet in een kindersitje vervoerd te worden maar niet voorin
  • 6
    als voor taxi- of busvervoer betaald wordt dan hoeft de bestuurder geen autogordel te gebruiken. Als er sprake is van contract vervoer dan geldt deze vrijstelling niet. Rolstoelgebruikers hoeven in bussen van het openbaar vervoer geen gebruik te maken van gordels en/of te worden vastgezet.
  • 7
    Autogordels, veiligheidsgordels en kinderzitjes mogen alleen zo gebruikt worden dat de werking niet nadelig beïnvloed wordt. Personen kleiner dan 1,5 meter voor wie geen passend kinderzitje beschikbaar is, mogen een gordelgeleider gebruiken. De minister kan veiligheidseisen aan de gordelgeleider stellen.
  • 8
    De bestuurder is strafbaar, als kinderen beneden de 12 jaar of passagiers in een rolstoel niet op de voorgeschreven manier worden vervoerd.
  • 9
    Het eerste lid van dit artikel geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een ligplaats. De ligplaats moet onderdeel uitmaken van het voertuig of aan de vloer zijn vastgemaakt.
RVV Artikel

Artikel 86d

  • 1
    De geslotenverklaring volgens verkeersbord C22a door een milieuzone geldt voor personen- en bedrijfsauto’s, vrachtauto’s of bussen met een dieselmotor.
  • 2
    Tot 1 januari 2022 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a1, C22a2, C22a4, C22a6 of C22a8 geplaatst.
  • 3
    Van 1 januari 2022 tot 1 januari 2025 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a1, C22a2, C22a5, C22a7 of C22a9 geplaatst.
  • 4
    Met ingang van 1 januari 2025 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a2, C22a3, C22a5, C22a7 of C22a9 geplaatst.
  • 5
    Het eerste lid is niet van toepassing op:
    • a.
      kampeerwagens, als het om een geslotenverklaring gaat vanwege een milieuzone waarin de houder van het kenteken van het betreffende voertuig woonachtig is;

      Originele wettekst

      kampeerwagens, voor zover het betreft een geslotenverklaring vanwege een milieuzone waarin de houder van het kenteken van het betreffende voertuig woonachtig is;
    • b.
      voertuigen met datum van eerste toelating van 40 jaar of langer geleden;

      Originele wettekst

      voertuigen met een datum van eerste toelating van veertig jaar of ouder;
    • c.
      voor rolstoelen toegankelijke voertuigen;

      Originele wettekst

      voor rolstoelen toegankelijke voertuigen;
    • d.
      vrachtauto’s, met een vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 in het kenteken, of de aanduiding voor speciale doeleinden SB en SF, en met een datum van eerste toelating van 12 jaar of jonger.

      Originele wettekst

      vrachtauto’s, met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de aanduiding voor speciale doeleinden SB en SF, en met een datum van eerste toelating van twaalf jaar of jonger.
  • 6
    Een ontheffing als bedoeld in artikel 87, als het gaat om verkeersteken C22a, wordt door het bevoegd gezag in ieder geval gegeven voor de volgende voertuigen en is geldig voor het gehele land:
    • a.
      voertuigen van gehandicapten, die zijn aangepast voor € 500 of meer;

      Originele wettekst

      voertuigen van gehandicapten, welke zijn aangepast voor € 500 of meer;
    • b.
      kermis- en circusvrachtauto’s, vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, en met een datum van eerste toelating van 12 jaar of jonger.

      Originele wettekst

      kermis- en circusvrachtauto’s, vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, en met een datum van eerste toelating van twaalf jaar of jonger.

In de praktijk

Situatie

Brommobiel

Brommobielen volgen de regels voor motorvoertuigen.
Situatie

Scootmobiel

Bestuurders van een scootmobiel die op de stoep rijden, moeten de regels  van de voetgangers volgen. Als scootmobielgebruikers op het fietspad ri
Situatie

Gehandicapten parkeerplaats

Parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats mag alleen als u in een gehandicaptenvoertuig gehandicapten vervoert.
Situatie

Scootmobiel

Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig mogen op de stoep, fietspad en de rijbaan rijden. 
Situatie

Gehandicaptenvoertuig op het fietspad

Met een gehandicaptenvoertuig mag u op het voetpad, fietspad, fiets/-bromfietspad of de rijbaan rijden.
Situatie

Parkeren met een gehandicapten parkeerkaart

Parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats mag alleen met een gehandicaptenparkeerkaart.
Situatie

6 km/h voor gehandicaptenvoertuigen en bepaalde snorfietsen op het voetpad

Als u met een gehandicaptenvoertuig of met een snorfiets die als gehandicaptenvoertuig wordt gebruikt op de stoep of het voetpad rijdt, dan mag u niet
Situatie

Verboden voor bromfietsen

U mag deze straat niet  inrijden met een bromfiets. Dit heeft te maken met de steile brug verderop. 
Situatie

Snelheid op het fiets-/bromfietspad

Als u binnen de bebouwde kom met een bromfiets of met een gehandicaptenvoertuig op het fiets-/bromfietspad rijdt, mag u niet sneller dan 30 km/h.
Situatie

Gesloten voor (brom)fietsers en gehandicaptenvoertuigen

Op deze weg mag u niet met een fiets, bromfiets en een gehandicaptenvoertuig (met en zonder motor) rijden.
Situatie

Maximumsnelheid 70 km/h

Je mag hier niet sneller rijden dan 70 km/h. Deze maximumsnelheid geldt voor een weg binnen de bebouwde kom met een verkeersfunctie. De kruisingen zij
Situatie

Maximale snelheid bromfiets

De snelheid van deze bromfietser hangt af van de plaats op de weg. Als deze bromfietser binnen de bebouwde kom op het fiets/bromfietspad rijdt, mag hi
Situatie

Begin bebouwde kom maximaal 50 km/h

U rijdt de bebouwde kom binnen. Ondanks dat er geen 50 km/h bord op het kombord aanwezig is, geldt hier een maximumsnelheid van 50 km/h.
Situatie

Gereserveerde gehandicapten parkeerplaats

Een gereserveerde parkeerplaats is een gehandicaptenparkeerplaats met kenteken. Onder het blauwe bord met het rolstoelsymbool hangt een wit bord met e
Situatie

Groene streep met onderbroken lijn

Maximaal toegestane snelheid 100 km/h. Herkenbaar aan dubbele asstreep met groene vulling. Dit groen is enkel ondersteunend;  de borden met daaro
Situatie

Groene streep met ononderbroken lijn

Maximaal toegestane snelheid 100 km/h. Herkenbaar aan dubbele asstreep met groene vulling. Dit groen is enkel ondersteunend; de borden met daarop 100
Situatie

Einde bebouwde kom maximaal 80 km/h

U rijdt de bebouwde kom uit. Vanaf hier geldt een maximumsnelheid van 80 km/h.  
Situatie

Maximale snelheid bromfiets

Deze bromfietser gaat buiten de bebouwde kom rijden. Op het fiets/bromfietspad is de maximum toegestane snelheid 40 km/uur. Op de rijbaan is de maximu
Situatie

Speedpedelecs

Een speedpedelec valt onder de categorie bromfiets en mag geen gebruik maken van een fietspad. Alleen van een brom-fietspad. In deze situatie is een u
Situatie

Parkeren voor gehandicapten

Gehandicapten parkeerplaats, Automobilisten die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart, zijn vrijgesteld van een maximale  parkeerduur in  een parkeerschijf
Situatie

Zebrapad

Het zebrapad, ook wel een voetgangersoversteekplaats (VOP) genoemd, heeft een juridische status: bestuurders zijn daar verplicht voetgangers en bestuu
Situatie

45 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen rijbaan

Als u binnen de bebouwde kom met een bromfiets of met een gehandicaptenvoertuig op de rijbaan rijdt, mag u niet sneller dan 45 km/h.
Situatie

Dimlicht voeren

's Nachts (van zonsondergang tot zonsopgang) en bij slecht zicht overdag moet u dimlicht voeren als u een motorvoertuig, brom- of snorfiets, of een ge
Situatie

Mindervalide voor laten gaan

Iemand die niet goed kan zien en/of moeilijk kan lopen, moet u voor laten gaan als deze wil oversteken.
Situatie

Nadering zebrapad

Aan het verkeersbord kunt u zien dat u een zebrapad nadert. U bent hier verplicht om voetgangers voor te laten gaan.
Situatie

Slechtzienden

Bestuurders moeten blinden en slechtzienden voor laten gaan in het verkeer. Dit geldt ook voor mensen die slecht ter been zijn. 
Situatie

Voor brommobielen geldt een maximumsnelheid van 45 km/h

Brommobielen mogen niet sneller dan 45 km/h.
Situatie

Waarschuwing overstekende voetgangers

Hier kunnen voetgangers oversteken. Het is geen zebrapad, dus als bestuurder hoeft u voetgangers niet voor te laten gaan.
Situatie

Groot licht

's Avonds en 's nachts mag u groot licht gebruiken, maar niet als u een tegenligger nadert of als u vlak achter een ander voertuig rijdt.
Situatie

30 km/h voor gehandicaptenvoertuigen fietspad

Als u binnen de bebouwde kom met een gehandicaptenvoertuig op het fietspad rijdt, mag u niet sneller dan 30 km/h.
Situatie

Groot licht

De tegemoetkomende automobilist voert groot licht. Dit is in deze situatie verboden omdat de bestuurder de tegenligger verblindt. Het voeren van groot
Situatie

Onverplicht fietspad

Op dit onverplicht fietspad is het niet toegestaan om met de bromfiets te rijden. Snorfietsen mogen hier alleen met een  elektromotor of uit
Situatie

Maximale parkeerduur gehandicaptenparkeerplaats

Bij een gehandicaptenparkeerplaats kan een bord staan met een maximale parkeerduur. Gebruik dan een parkeerschijf. Gehandicaptenparkeerplaatsen voor e
Situatie

Inhaalverbod

In deze situatie mag u geen (gemotoriseerde) voertuigen inhalen, behalve tractoren en brommobielen.  De belijning is weliswaar onderbroken, ma
Situatie

Helm

Een helm is verplicht om te dragen bij het besturen van een motor, bromfiets, snorfiets en scooter. 
Situatie

Gesloten verklaring

Dit bord geeft aan dat u wel rechtsaf mag gaan, maar dat er na 400 m. een gesloten verklaring is voor gemotoriseerd verkeer. Hierop is wel een uitzond
Situatie

Verplicht fietspad met veerooster

Hier is sprake van een verplicht fietspad. Het veerooster geeft aan dat u loslopend vee kunt verwachten. 
Situatie

Verkeerslichten

Verkeerslichten hebben doorgaans drie kleuren. Rood betekent stoppen, geel betekent stoppen als dit nog mogelijk is en groen betekent doorrijden.&nbsp
Situatie

Fietsen op het fietspad

Als u fietst, moet u het verplichte fietspad of fiets-/bromfietspad gebruiken. In bovenstaande situatie bent u verplicht om gebruik te maken van he
Situatie

Onverplicht fietspad

Het onverplichte fietspad mag u als fietser gebruiken. Brom- en snorfietsers met een benzinemotor mogen geen gebruik maken van dit fietspad.
Situatie

Verplicht fietspad

U ziet hier een verplicht fietspad. De snorfietser moet hier ook gebruik van maken, tenzij anders aangegeven. 
Situatie

Mistlicht

Het mistlicht aan de voorkant mag u alleen gebruiken als mist, sneeuwval of regen het zicht ernstig belemmeren.
Situatie

Mistachterlicht

Het mistachterlicht mag u alleen gebruiken bij mist of sneeuwval waardoor het zicht minder is dan 50 meter.
Situatie

Mistachterlicht

Bij een zicht van minder dan 50 meter is het verstandig uw mistachterlicht aan te zetten. 
Situatie

Minimaal 60 km/h voor de autosnelweg

De autosnelweg is alleen voor voertuigen die ten minste 60 km/h kunnen rijden.
Situatie

Parkeren gehandicapten

Deze parkeerplek is gereserveerd voor voertuigen voor mensen met een fysieke beperking. De gehandicaptenparkeerkaart moet duidelijk in het zicht ligge
Situatie

Autogordel

In Nederland is het verplicht een autogordel te dragen. Kinderen, jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1.35m. moeten gebruik maken van een kinderbeveilig
delen
  • facebook
  • twitter
Feedback
Heeft deze pagina u geholpen?
Fijn om te horen. Wat wilt u toch nog verbeterd zien?
Wat jammer. Wat wilt u nog verbeterd zien?

Snel naar

  • Word donateur
  • Word vrijwilliger
  • Disclaimer
  • Privacyverklaring
  • Over Veilig Verkeer Nederland

Enkele cijfers

  • In 2021 waren er 582 verkeersdoden en elk jaar vallen er tienduizenden zwaargewonden in het verkeer.
  • Vooral fietsers en ouderen zijn erg kwetsbaar in het verkeer.
  • Elk jaar komen zo'n 44.000 mensen samen met Veilig Verkeer Nederland in actie voor een veilig verkeer.

Contact

Veilig Verkeer Nederland
Stationsstraat 79a
3811 MH Amersfoort

Postbus 66
3800 AB Amersfoort

088 - 524 88 00
verkeersvragen@vvn.nl

Facebook Twitter Youtube LinkedIn

In samenwerking met

  • Verjo
    Verjo bv
ANBI