Overslaan en naar de inhoud gaan
Home

Subnavigatie

  • Over deze website
Verkeersregels

Hoofdnavigatie

  • Verkeersborden en tekens
  • Terug in de tijd

Regelgeving

Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een autobus of vrachtauto.
C07B
Verkeersbord
Hier kunnen auto's tegen betaling worden geparkeerd. Direct na het inparkeren moet u een kaartje kopen bij de automaat.
E08_1
Verkeersbord
Herhalingsbord. U bevindt zich in een zone waar u mag parkeren als u een parkeerschijf gebruikt en u zich aan de maximale parkeerduur houdt. Bij overtreding van de regels krijgt uw auto een wielklem of wordt uw auto weggesleept.
E10A
Verkeersbord
Dit is een autosnelweg.
G01
Verkeersbord
Dit is een autoweg.
G03
Verkeersbord
Einde van de autosnelweg.
G02
Verkeersbord
Einde van de autoweg.
G04
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een aanhangwagen.
C10
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een vrachtauto.
C07
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden met een autobus.
C07A
Verkeersbord
Hier mogen alleen auto's geparkeerd worden.
E08
Verkeersbord
De pijl geeft de locatie van de parkeerautomaat aan.
OVE4A
Verkeersbord
Hier mogen allleen vrachtwagens parkeren.
E08C
Verkeersbord
Hier mogen alleen vrachtwagens en bussen geparkeerd worden.
E08A
Verkeersbord
Hier is een oplaadpunt voor elektrische auto's.
BEW34B
Verkeersbord
De gestelde milieueisen voor vrachtauto's zijn niet langer van kracht.
C22B
Verkeersbord
Hier mogen auto's gedeeltelijk op het trottoir parkeren.
E08B
Verkeersbord
Het bord dat boven dit onderbord gemonteerd is geldt alleen voor auto's.
OB08
Verkeersbord
Het bord dat boven dit onderbord gemonteerd is geldt alleen voor auto's.
OB09
Verkeersbord
Het bord dat boven dit onderbord geplaatst is geldt alleen voor vrachtauto's.
OB11
Verkeersbord
Uitzondering op het bord dat boven dit bord gemonteerd is. Hier zijn auto's uitgezonderd.
OB59
Verkeersbord
Uitzondering op het bord dat boven dit bord gemonteerd is. Hier zijn vrachtauto's uitgezonderd.
OB61
Verkeersbord
U mag hier met uw vrachtauto geen andere motorvoertuigen inhalen.
F03
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden als uw vrachtauto niet voldoet aan de gestelde milieueisen.
C22A
Verkeersbord
U bevindt zich in een zone waar u niet met een vrachtauto mag rijden.
E10(C07)
Verkeersbord
Einde van de zone waar u niet met een vrachtauto mag rijden.
E11(C07)
Verkeersbord
Als u de aangegeven richting volgt kom je bij een parkeerautomaat.
P47
Verkeersbord
U nadert een fietsstraat. De auto is hier te gast.
L51
Verkeersbord
Het bord dat boven dit onderbord gemonteerd is geldt alleen voor vrachtauto's en bussen.
OB13
Verkeersbord
Uitzondering op het bord dat boven dit bord gemonteerd is. Hier zijn vrachtauto's en bussen uitgezonderd.
OB63
Verkeersbord
Uitzondering op het bord dat boven dit bord gemonteerd is. Hier zijn auto's en motoren uitgezonderd.
OB57
Verkeersbord
Einde van het verbod om met uw vrachtauto andere motorvoertuigen in te halen.
F04
Verkeersbord
Deze rijbaan of rijstrook is verplicht en alleen bestemd voor vrachtauto's.
F21
Verkeersbord
Aanwijzing om uw auto op slot te doen en waardevolle spullen eruit te halen.
OV0415
Verkeersbord
Deze rijbaan of rijstrook is verplicht en alleen bestemd voor vrachtauto's en lijnbussen.
F19
Verkeersbord
Dit bord geeft de splitsing van een auto(snel)weg bij een knooppunt aan. U verlaat het snelwegennet niet.
BM03
Verkeersbord
Einde van de rijstrook of rijbaan die alleen verplicht en bestemd is voor vrachtauto's.
F22
Verkeersbord
Dit bord geeft de afrit van de autosnelweg aan. U verlaat met het nemen van de afrit ook het snelwegennet.
BM01
Verkeersbord
Einde van de rijbaan of rijstrook die alleen verplicht en bestemd is voor vrachtauto's en lijnbussen.
F20
Verkeersbord
U bevindt zich in een gebied waar een parkeerverbod geldt voor vrachtwagens en bussen.
E10(P02)
Verkeersbord
Bij dit bord mag u alleen grote en zware goederen laden en lossen. Dit geldt ook voor personenauto's.
E07
Verkeersbord
Hier treft u een parkeerautomaat aan waar u kunt betalen met muntgeld. Op het bord staat nadere informatie.
P49
Verkeersbord
U mag deze weg niet inrijden als ruiter, met vee, met een wagen, landbouwverkeer, brommobiel, fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig.
C09
Verkeersbord
Dit verkeersbord waarschuwt automobilisten en ander verkeer dat snorfietsers op de rijbaan rijden.
Snorfietsers op de rijbaan.
Verkeersbord
Herhalingsbord. U bevindt zich in een zone waar u alleen mag parkeren als u de benodigde parkeervergunning hebt. Bij overtreding volgt een wielklem of wordt uw auto weggesleept.
E10(E9)A
Verkeersbord
Herhalingsbord. U bevindt zich in de zone waar u moet betalen voor parkeren met muntgeld en waar bij overtreding een wielklem volgt of uw auto wordt weggesleept.
E10(P1)A
Verkeersbord
Dit bord staat langs een autosnelweg en geeft de maximum snelheid weer, het wegnummer, de zijde van de weg (rechts of links) en uw locatie in kilometers.
BM08A
Verkeersbord
Herhalingsbord. U bevindt zich in een zone waar u mag parkeren als u een parkeerschijf gebruikt en u zich aan de maximale parkeerduur houdt. Bij overtreding van de regels krijgt uw auto een wielklem.
E10B
RVV Artikel

Artikel 43

  • 1
    Het is verboden op de autosnelweg en de autoweg te keren of achteruit te rijden.
  • 2
    Het is verboden op de autosnelweg en de autoweg uw voertuig stil te laten staan op de rijbaan.
  • 3
    Tenzij het een noodgeval is, mag op de autosnelweg en autoweg geen gebruik gemaakt worden van de vluchtstrook, vluchthaven of de berm.
  • 4
    Bij drie of meer rijstroken mag een vrachtauto en een samenstel van voertuigen langer dan 7 meter alleen gebruik maken van de 2 rechtse rijbanen, tenzij er voor gesorteerd moet worden.
RVV Artikel

Artikel 59b

  • 1
    Als achterin een personenauto onvoldoende plaats is voor 3 kinderzitjes mag het 3e kind vervoerd worden met gebruikmaking van de autogordel, waarbij zonodig gebruik gemaakt wordt van een gordelgeleider. De werking van de autogordel mag niet nadelig beïnvloed worden.
  • 2
    In een personenauto mogen incidenteel kinderen van 3 jaar en ouder maar kleiner dan 1,35 op een gewone zitplaats veroerd worden mits de kinderen niet van de bestuurder of de eigenaar van de auto zijn.
RVV Artikel

Artikel 86c

Toepassing van dit hoofdstuk en bijlage 1 is bedoeld voor:
  • bedrijfsauto: bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, met een toegestane maximum massa van 3.500 kg;

    Originele wettekst


    bedrijfsauto: bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3.500 kg;
  • emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig als bedoeld in de bijlage van het Kentekenreglement;

    Originele wettekst


    emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig als bedoeld in de bijlage van het Kentekenreglement;
  • kampeerwagen: kampeerwagen als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

    Originele wettekst


    kampeerwagen: kampeerwagen als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;
  • kermis- en circusvrachtauto: vrachtauto die feitelijk gebruikt wordt als kermis- en circusvoertuig als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen en in het kentekenregister aangeduid als kermis- en circusvoertuig;

    Originele wettekst


    kermis- en circusvrachtauto: vrachtauto die feitelijk gebruikt wordt als kermis- en circusvoertuig als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen en in het kentekenregister aangeduid als kermis- en circusvoertuig;
  • emissieloos voertuig: voertuig zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z);

    Originele wettekst


    emissieloos voertuig: voertuig zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z);
  • verhuisauto: vrachtauto die gebruikt wordt door een verhuisbedrijf en bestemd voor het vervoeren van meubels;

    Originele wettekst


    verhuisauto: vrachtauto die gebruikt wordt door een verhuisonderneming en bestemd voor het vervoeren van inboedels;
  • voor rolstoelen toegankelijk voertuig: voertuig dat in het kentekenregister is voorzien van de aanduiding voor speciale doeleinden voor rolstoelen toegankelijk voertuig (code SH) of van de bijzonderheidscodes 145, 146, 147 of 149;

    Originele wettekst


    voor rolstoelen toegankelijk voertuig: voertuig dat in het kentekenregister is voorzien van de aanduiding voor speciale doeleinden voor rolstoelen toegankelijk voertuig (code SH) of van de bijzonderheidscodes 145, 146, 147 of 149;
  • vrachtauto voor buitengewoon vervoer: vrachtauto voor buitengewoon vervoer zoals bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer.

    Originele wettekst


    vrachtauto voor exceptioneel transport: vrachtauto voor exceptioneel transport als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer.
RVV Artikel

Artikel 39

Aanhangwagens die buiten de bebouwde kom stilstaan op de rijbaan en/of langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens stilstaan moeten bij slecht zicht overdag en bij nacht stadslicht en achterlichten voeren.
RVV Artikel

Artikel 82a

Weggebruikers zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die worden gegeven door middel van de verlichte lichtbakken op personenauto’s, bedrijfsauto’s en motorfietsen in gebruik bij de in artikel 41a, eerste lid, onderdeel a, onder 1° en 4°, genoemde diensten en op bedrijfsauto’s van transportbegeleiders.
RVV Artikel

Artikel 86a

  • 1
    Bij ernstige problemen van de olieaanvoer kan door de minister bepaald worden dat op autosnelwegen en op autowegen voor motorvoertuigen een maximum snelheid geldt van 90 km/uur. Dit is in afwijking van artikel 21, aanhef en onderdeel a.
  • 2
    Het eerste lid is niet van toepassing op vrachtauto’s, motorvoertuigen of autobussen die geen T100-bussen zijn.
  • 3
    Onze minister stelt de regeling als in het eerste lid vast, in overleg met de ministers van Justitie en Economische zaken.
  • 4
    De regeling als in het eerste lid, vervalt uiterlijk op de eerste van de maand, 5 maanden nadat de regeling van kracht werd.
RVV Artikel

Artikel 41a

  • 1
    Lichtbakken met informatie over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen worden gevoerd door:
    • a.
      personenauto’s, bedrijfsauto’s en motorfietsen:

      Originele wettekst

      personenauto’s, bedrijfsauto’s en motorfietsen:
      • 1°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        in gebruik bij de politie of bij de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;
      • 2°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        in gebruik bij de brandweer;
      • 3°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        in gebruik bij pechhulpdiensten;
      • 4°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        in gebruik bij Rijkswaterstaat, bij de Inspectie Leefomgeving en Transport of bij de douane;
      • 5°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        die worden gebruikt door artsen;
      • 6°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        die worden gebruikt voor het geven van rijonderricht of het afleggen van een rijproef;
      • 7°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        die worden gebruikt door de Regionale Ambulancevoorzieningen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet ambulancezorg;
      • 8°.
        Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personenauto's, bedrijfsauto's en motorfietsen die in gebruik zijn bij politie, brandweer, pechhulpdiensten, Rijkswaterstaat, artsen, lesauto, ambulance, hulpverleningsdiensten die zich bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulp.

        Originele wettekst

        van hulpverleningsdiensten die zich in opdracht van een meldkamer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Tijdelijke wet ambulancezorg bezig houden met het verlenen van spoedeisende hulpverlening;
    • b.
      Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door autobussen van het Openbaar Vervoer.

      Originele wettekst

      autobussen van openbaar vervoerdiensten;
    • c.
      Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door bedrijfsauto's van transportbegeleiders.

      Originele wettekst

      bedrijfsauto’s van transportbegeleiders;
    • d.
      Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door personen- en bedrijfsauto's ingericht als dierenambulance.

      Originele wettekst

      personen- en bedrijfsauto’s ingericht als dierenambulance;
    • e.
      Verlichte transparanten die informatie geven over de bestemming of het gebruik van het voertuig mogen alleen gevoerd worden door taxi's.

      Originele wettekst

      taxi’s.
  • 2
    Voertuigen die gebruikt worden als lesauto mogen alleen de letter 'L' als verlicht transparant.
  • 3
    Naast dat wat genoemd is in lid 1van dit artikel mogen:
    • a.
      Naast dat wat genoemd is in lid 1 van dit artikel mogen politie, brandweer, pechhulpdiensten, rijkswaterstaat en bedrijfsauto's van transportbegeleiders aanwijzingen weergeven voor het overige wegverkeer.

      Originele wettekst

      verlichte transparanten die worden gevoerd door de voertuigen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 4° en onderdeel c, aanwijzingen weergeven voor het overige wegverkeer,
    • b.
      taxi’s zijn voorzien van verlichte transparanten die de volgende informatie weergeven:

      Originele wettekst

      taxi’s zijn voorzien van verlichte transparanten die de volgende informatie weergeven:
      • 1°.
        Naast dat wat genoemd is in lid 1 van dit artikel mogen taxi's tarieven, naam van het taxibedrijf en telefoonnmmer van het taxibedrijf weergeven.

        Originele wettekst

        tarieven;
      • 2°.
        Naast dat wat genoemd is in lid 1 van dit artikel mogen taxi's tarieven, naam van het taxibedrijf en telefoonnmmer van het taxibedrijf weergeven.

        Originele wettekst

        naam van het taxibedrijf; en
      • 3°.
        Naast dat wat genoemd is in lid 1 van dit artikel mogen taxi's tarieven, naam van het taxibedrijf en telefoonnmmer van het taxibedrijf weergeven.

        Originele wettekst

        telefoonnummer van het taxibedrijf.
  • 4
    Taxi's die hun tarieven op een verlicht transparant weergeven mogen dat alleen doen als ze op een taxistandplaats staan.
  • 5
    Andere voertuigen dan in dit artikel omschreven en op een andere manier als hier omschreven mogen geen verlichte transparanten voeren.
RVV Artikel

Artikel 42

  • 1
    U mag alleen op de autosnelweg rijden met een voertuig dat minimaal 60 km/h kan rijden.
  • 2
    U mag alleen op de autoweg rijden met een voertuig dat minimaal 50 km/h kan rijden.
RVV Artikel

Artikel 38

Motorvoertuigen op meer dan twee wielen die buiten de bebouwde kom stilstaan op de rijbaan en/of langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens stilstaan, moeten bij slecht zicht overdag en bij nacht stadslicht en achterlichten voeren.
RVV Artikel

Artikel 86d

  • 1
    De geslotenverklaring volgens verkeersbord C22a door een milieuzone geldt voor personen- en bedrijfsauto’s, vrachtauto’s of bussen met een dieselmotor.
  • 2
    Tot 1 januari 2022 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a1, C22a2, C22a4, C22a6 of C22a8 geplaatst.
  • 3
    Van 1 januari 2022 tot 1 januari 2025 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a1, C22a2, C22a5, C22a7 of C22a9 geplaatst.
  • 4
    Met ingang van 1 januari 2025 worden onder verkeersbord C22a de in bijlage 1 opgenomen onderborden C22a2, C22a3, C22a5, C22a7 of C22a9 geplaatst.
  • 5
    Het eerste lid is niet van toepassing op:
    • a.
      kampeerwagens, als het om een geslotenverklaring gaat vanwege een milieuzone waarin de houder van het kenteken van het betreffende voertuig woonachtig is;

      Originele wettekst

      kampeerwagens, voor zover het betreft een geslotenverklaring vanwege een milieuzone waarin de houder van het kenteken van het betreffende voertuig woonachtig is;
    • b.
      voertuigen met datum van eerste toelating van 40 jaar of langer geleden;

      Originele wettekst

      voertuigen met een datum van eerste toelating van veertig jaar of ouder;
    • c.
      voor rolstoelen toegankelijke voertuigen;

      Originele wettekst

      voor rolstoelen toegankelijke voertuigen;
    • d.
      vrachtauto’s, met een vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 in het kenteken, of de aanduiding voor speciale doeleinden SB en SF, en met een datum van eerste toelating van 12 jaar of jonger.

      Originele wettekst

      vrachtauto’s, met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de aanduiding voor speciale doeleinden SB en SF, en met een datum van eerste toelating van twaalf jaar of jonger.
  • 6
    Een ontheffing als bedoeld in artikel 87, als het gaat om verkeersteken C22a, wordt door het bevoegd gezag in ieder geval gegeven voor de volgende voertuigen en is geldig voor het gehele land:
    • a.
      voertuigen van gehandicapten, die zijn aangepast voor € 500 of meer;

      Originele wettekst

      voertuigen van gehandicapten, welke zijn aangepast voor € 500 of meer;
    • b.
      kermis- en circusvrachtauto’s, vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, en met een datum van eerste toelating van 12 jaar of jonger.

      Originele wettekst

      kermis- en circusvrachtauto’s, vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, en met een datum van eerste toelating van twaalf jaar of jonger.
RVV Artikel

Artikel 59a

  • 1
    De bestuurders en de passagiers vanaf 3 jaar moeten in een touringcar gebruik maken van de beschikbare autogordels en kinderzitjes als de bus rijdt.
  • 2
    De passagiers moet worden meegedeeld dat als de bus rijdt en zij op hun stoel zitten, zij van de autogordels en/of kinderzitjes gebruik moeten maken door middel van
    • a.
      een melding van de bestuurder, de conducteur, de reis of groepsleider,

      Originele wettekst

      door de bestuurder, de conducteur, de reisleider of een als groepsleider aangewezen persoon;
    • b.
      door een filmpje of een gesproken bericht,

      Originele wettekst

      door audiovisuele middelen;
    • c.
      door opschriften of een pictogram.

      Originele wettekst

      door opschriften of het volgende pictogram:
  • 3
    In bussen waarin het is toegestaan om staand vervoerd te worden hoeven binnen de bebouwde kom geen beveiligingsmiddelen gebruikt te worden.
  • 4
    De bestuurder is strafbaar, als kinderen beneden de 12 jaar niet op de voorgeschreven manier worden vervoerd.
  • 5
    Het eerste lid van dit artikel geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een ligplaats. De ligplaats moet onderdeel uitmaken van het voertuig of aan de vloer zijn vastgemaakt.
RVV Artikel

Artikel 40

Wagens die buiten de bebouwde kom stilstaan op de rijbaan moeten bij slecht zicht overdag en bij nacht, voor- en achterlichten voeren.
RVV Artikel

Artikel 59

  • 1
    Bestuurders van auto's, driewielige motorvoertuigen met een gesloten carrosserie of een brommobiel en hun passagiers moeten gebruik maken van de autogordel. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaar en kleiner zijn dan 1,35 meter moeten in een kinderzitje zitten. Als de zitplaatsen een gordel hebben mogen er niet meer passagiers meegenomen worden dan er gordels zijn.
  • 2
    Met een auto, een driewielig motorvoertuig met een gesloten carrosserie of een brommobiel waarin geen autogordels of kinderzitjes aanwezig zijn mogen geen kinderen jonger dan 3 jaar worden meegenomen. Kinderen jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1,35 meter mogen niet voorin zitten.
  • 3
    Passagiers, jonger dan 18 jaar mogen voorin alleen van een achteruitrijzitje gebruiken maken als de voorairbag is uitgeschakeld.
  • 4
    Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een rolstoel. Deze passagiers worden vervoerd in een rolstoel die vastgezet is waarbij de stabiliteit en veiligheid gewaarborgd is. Deze passagiers maken dan gebruik van
    • a.
      de beschikbare veiligheidsgordel van het voertuig.

      Originele wettekst

      de voor hen beschikbare veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig,
    • b.
      De veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het systeem waarmee de rolstoel aan het voertuig is bevestigd.

      Originele wettekst

      de veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd, of
    • c.
      een door de minister aangewezen constructie.

      Originele wettekst

      een door Onze Minister aangewezen constructie.
  • 5
    Passagiers van een taxi die jonger dan 18 jaar zijn en kleiner dan 1,35 meter hoeven niet in een kindersitje vervoerd te worden maar niet voorin
  • 6
    als voor taxi- of busvervoer betaald wordt dan hoeft de bestuurder geen autogordel te gebruiken. Als er sprake is van contract vervoer dan geldt deze vrijstelling niet. Rolstoelgebruikers hoeven in bussen van het openbaar vervoer geen gebruik te maken van gordels en/of te worden vastgezet.
  • 7
    Autogordels, veiligheidsgordels en kinderzitjes mogen alleen zo gebruikt worden dat de werking niet nadelig beïnvloed wordt. Personen kleiner dan 1,5 meter voor wie geen passend kinderzitje beschikbaar is, mogen een gordelgeleider gebruiken. De minister kan veiligheidseisen aan de gordelgeleider stellen.
  • 8
    De bestuurder is strafbaar, als kinderen beneden de 12 jaar of passagiers in een rolstoel niet op de voorgeschreven manier worden vervoerd.
  • 9
    Het eerste lid van dit artikel geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een ligplaats. De ligplaats moet onderdeel uitmaken van het voertuig of aan de vloer zijn vastgemaakt.
RVV Artikel

Artikel 81

Alleen bestuurders van een lijnbus, autobus of een tram mogen gebruik maken van busbanen en busstroken waarop het woord "BUS" is aangegeven.
RVV Artikel

Artikel 58a

  • 1
    Als het voertuig rijdt mogen alleen officiële zitplaatsen gebruikt worden.
  • 2
    Het eerste lid is niet van toepassing op:
    • a.
      Staande passagiers in autobussen waarin het vervoer van staande passagiers is toegstaan.

      Originele wettekst

      staande passagiers van autobussen waarin het vervoer van staande passagiers is toegestaan;
    • b.
      Passagiers van autobussen zonder staanplaatsen bij incidenteel gebruik van het gangpad of toilet.

      Originele wettekst

      passagiers van autobussen zonder staanplaatsen bij incidenteel gebruik van het gangpad of toilet;
    • c.
      Passagiers die worden vervoerd overeenkomstig artikel 61b, tweede lid, onderdelen a,b en d

      Originele wettekst

      passagiers die worden vervoerd overeenkomstig artikel 61b, tweede lid, onderdelen a, b en d;
    • d.
      Passagiers, jonger dan 3 jaar, autobussen.

      Originele wettekst

      passagiers, jonger dan 3 jaar, in autobussen;
    • e.
      Passagiers jonger dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter die gebruik maken van een voor deze passagiers geschikte zitgelegenheid die deel uitmaakt van de constructie van het voertuig, hierin deugdelijk is bevestigd en is voorzien van autogordels.

      Originele wettekst

      passagiers jonger dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter die gebruik maken van een voor deze passagiers geschikte zitgelegenheid die deel uitmaakt van de constructie van het voertuig, hierin deugdelijk is bevestigd en is voorzien van autogordels;
    • f.
      Het vervoer van passagiers die gebruik maken van een rolstoel als bedoeld in artikel 59, vierde lid.

      Originele wettekst

      het vervoer van passagiers die gebruik maken van een rolstoel als bedoeld in artikel 59, vierde lid;
    • g.
      Het vervoer van één persoon van 8 jaar of ouder op de bagagedrager door fietsers met uitzondering van snorfietsers.

      Originele wettekst

      het vervoer van één persoon van 8 jaar of ouder op de bagagedrager door fietsers met uitzondering van snorfietsers.
    • h.
      Passagiers die gebruik maken van een ligplaats, indien op één ten hoogste één passagiers is gelegen.

      Originele wettekst

      passagiers die gebruik maken van een ligplaats, indien op één ligplaats ten hoogste één passagier is gelegen.
  • 3
    Het eerste lid geldt niet als kinderen jonger dan 8 jaar worden vervoerd op een doelmatig zitje met voldoende steun voor rug, handen en voeten.
  • 4
    Bestuurders mogen geen passagiers vervoeren op een andere manier dan in dit artikel voorgeschreven.
RVV Artikel

Artikel 61b

  • 1
    Het is verboden personen te vervoeren in de open en gesloten laadruimte van auto's en in of op aanhangwagens achter auto's of bromfietsen.
  • 2
    Het eerste lid geldt niet voor
    • a.
      het vervoeren van personen in de laadruimte van een ambulance of een dierenambulance of een rolstoelbus waarbij dit op kenteken is toegestaan.

      Originele wettekst

      op het vervoer van personen in de laadruimte van een ambulance of dierenambulance en op het vervoer van rolstoelinzittenden op de daarvoor ingerichte plaatsen in de laadruimte van een voertuig dat blijkens een aantekening op het kentekenbewijs speciaal is uitgerust voor rolstoelvervoer.
    • b.
      Het vervoeren van personen in de laadruimte van een politie- of brandweerauto en andere door de minister aangewezen hulpverleningsdiensten.

      Originele wettekst

      op het vervoer van personen in de laadruimte van motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer en van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten;
    • c.
      Het vervoeren van een persoon op de bestuurderszitplaats in een voertuig dat gesleept wordt, danwel voor de passagiers in het voertuig dat gesleept wordt als er geen plek is in het trekkende voertuig.

      Originele wettekst

      op het vervoer van een persoon op de bestuurderszitplaats in een motorvoertuig of op een bromfiets op meer dan twee wielen die door een ander motorvoertuig of een andere bromfiets op meer dan twee wielen wordt voortgetrokken en op het vervoer van passagiers van het getrokken voertuig als hier bedoeld, voor wie geen zitplaats in het trekkende voertuig als hier bedoeld beschikbaar is;
    • d.
      Het vervoeren van personen bij een evenement of optocht met een vergunning van de gemeente.

      Originele wettekst

      in het geval het vervoer van personen geschiedt in het kader van een evenement of optocht waarvoor een vergunning op grond van een gemeentelijke verordening is afgegeven;
    • e.
      passagiers van een wegtreint met een aanhanger die hiervoor een gemeentelijke vergunning heeft.

      Originele wettekst

      op het vervoer van personen met een motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur, met niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurderszitplaats niet meegerekend, niet zijnde een bromfiets, dat een combinatie vormt met één of meer aanhangwagens die zijn ingericht voor het vervoer van personen indien voor dit vervoer een vergunning door het bevoegd gezag is afgegeven.
RVV Artikel

Artikel 21

Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden:
  • a.
    Voor motorvoertuigen geldt buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 130 km/h op autosnelwegen, 100 km/h op autowegen en 80 km/h op andere wegen.

    Originele wettekst

    voor motorvoertuigen op autosnelwegen 130 km per uur, op autowegen 100 km per uur en op andere wegen 80 km per uur;
  • b.
    voor bromfietsen en gemotoriseerde gehandicapten voertuigen

    Originele wettekst

    voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor:
    • 1.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 40 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op het fiets/bromfietspad.

      Originele wettekst

      op het fiets/bromfietspad 40 km per uur;
    • 2.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 45 km/h voor bromfietsers en gehandicaptenvoertuigen op de rijbaan.

      Originele wettekst

      op de rijbaan 45 km per uur;
    • 3.
      Buiten de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 40 km/h voor gehandicaptenvoertuigen op het fietspad.

      Originele wettekst

      op het fietspad, voor de hier bedoelde gehandicaptenvoertuigen, 40 km per uur;
  • c.
    Binnen de bebouwde kom geldt een maximumsnelheid van 6 km/h voor gehandicaptenvoertuigen en snorfietsen op het voetpad.

    Originele wettekst

    voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor, en snorfietsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.
RVV Artikel

Artikel 35b

  • 1
    Bestuurders van een wagen moeten bij nacht en bij slecht zicht overdag, voor- en achterlicht voeren.
  • 2
    Als u met je rolstoel zonder motor bij nacht en bij slecht zicht overdag op de rijbaan, het fietspad of het brom/fietspad rjjdt, moet u voor- en achterlicht voeren.
RVV Artikel

Artikel 56

  • 1
    Als een bus bij het verlaten van de bushalte binnen de bebouwde kom richting aangeeft, dan moet u de bus de gelegenheid geven om weg te rijden.
  • 2
    Een militaire colonne en een uitvaartstoet hoeft de bus niet voor te laten gaan bij het wegrijden van de halte.
RVV Artikel

Artikel 86e

  • 1
    De geslotenverklaring volgens verkeersbord C22c van bijlage 1 vanwege een nul-emissiezone is met ingang van 1 januari 2025 van toepassing op bedrijfs- en vrachtauto’s, met uitzondering van emissieloze voertuigen.
  • 2
    Onder verkeersbord C22c wordt onderbord C22c1 geplaatst.
RVV Artikel

Artikel 60

  • 1
    Bestuurder en passagiers van bromfietsen, snorfietsen, brommobielen, motorfietsen en driewielige motorvoertuigen zonder gesloten carrosserie moeten een goed passende helm dragen die goed vastgemaakt kan worden. Deze helm moet goedgekeurd zijn, zoals in art. 21 staat vermeld.
  • 2
    Het eerste lid geldt niet voor:
    • a.
      snorfiets,

      Originele wettekst

      de bestuurder en de passagiers van een snorfiets, behoudens wanneer artikel 5, achtste lid, van toepassing is;
    • b.
      brombakfiets,

      Originele wettekst

      de bestuurder en de achter hem zittende passagier van een brombakfiets;
    • c.
      bepaalde soorten bromfietsen of motorfietsen door de RDW aangewezen, die een veiligheidscel en ook nog veiligheidsgordels hebben en deze ook gebruiken.

      Originele wettekst

      de bestuurder of de passagier van een door de Dienst Wegverkeer aangewezen type bromfiets, niet zijnde een brommobiel, of motorfiets van wie de zitplaats beschermd wordt door een veiligheidscel en voorzien is van een autogordel, mits van deze autogordel gebruik gemaakt wordt. Bij de aanwijzing kan onderscheid gemaakt worden tussen de bestuurder en de passagiers ten aanzien van de gelding van het eerste lid. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld betreffende de eisen waaraan een type bromfiets of motorfiets moet voldoen om te kunnen worden aangewezen. Deze regels zien in elk geval op de eisen die gesteld worden aan de veiligheidscel en de autogordels;
    • d.
      Brommobiel zonder gesloten carrosserie of een driewielig motorvoertuig als de zitplaats goedgekeurde veiligheidsgordels hebben en deze gebruikt worden.

      Originele wettekst

      de bestuurders of de passagiers van een brommobiel zonder gesloten carrosserie of een driewielig motorvoertuig zonder gesloten carrosserie van wie de zitplaats in deze brommobiel of dat motorvoertuig is voorzien van twee bevestigingspunten onder en één bevestigingspunt boven voor een autogordel overeenkomstig de typegoedkeuring van het voertuig zoals die gold op de datum waarop het voertuig in gebruik is genomen, en waarbij de autogordel voldoet aan artikel 5.6.47, derde en vierde lid, van de Regeling voertuigen of aan artikel 5.5.47, vierde en vijfde lid, van de Regeling voertuigen, mits van deze autogordel gebruik gemaakt wordt.
  • 3
    Als een kind van onder de 12 jaar niet op de voorgeschreven wijze wordt vervoerd, dan is de bestuurder strafbaar.
RVV Artikel

Artikel 88

  • 1
    Er kan een schriftelijke verklaring van een arts worden verlangd, als op grond van een medische noodzaak de toepassing wordt gevraagd van artikel 149, tweede lid, van de wet voor wat betreft ontheffing van de verplichting tot gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen.
  • 2
    Om de ontheffing staat een geldigheidsduur van maximaal twintig jaar.
  • 3
    Op de ontheffing wordt het symbool zoals aangeduid in artikel 5 van de richtlijn nr 91/671/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1991 aangebracht. Dit gaat over de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten over het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton (PbEG L 373).
  • 4
    Een wijziging van de richtlijn nr 91/671/EEG voor de toepassing van het derde lid geldt met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
  • 5
    Kosten voor de behandeling van de aanvraag van een ontheffing van het gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen zijn voor de aanvrager.
RVV Artikel

Artikel 52

Je moet als bestuurder, als je een stilstaande bus of tram voorbij wil rijden de passagiers de gelegenheid bieden om uit- of in te stappen.
RVV Artikel

Artikel 58

  • 1
    Als stilstaande motorvoertuigen op meer dan 2 wielen en/of aanhangswagens een obstakel vormen, dat door naderende bestuurders niet op tijd kan worden gezien, moeten deze voertuigen worden aangegeven met een gevarendriehoek.
  • 2
    De gevarendriehoek moet op een afstand van ongeveer 30 meter van het voertuig, goed zichtbaar, in de richting van het verkeer, worden neergezet.
  • 3
    U hoeft geen gevarendriehoek te plaatsen als uw alarmlichten knipperen en deze voldoende opvallen.
RVV Artikel

Artikel 33

Gekoppelde aanhangers moeten bij nacht en bij slecht zicht overdag volledige verlichting voeren.
RVV Artikel

Artikel 63b

  • 1
    De laagst aangegeven snelheid geldt als verkeersteken, die een maximumsnelheid aanduiden, een hogere snelheid aangeven dan:
    • a.
      de wettelijk vastgestelde maximumsnelheden voor voertuigen,

      Originele wettekst

      de in de artikelen 20, onderdeel b, 21, onderdeel b, en 22 vastgestelde maximumsnelheden, of
    • b.
      een maximumsnelheid vanwege een ministeriële regeling voor autosnelwegen en autowegen,

      Originele wettekst

      de ingevolge een ministeriële regeling krachtens artikel 86a geldende maximumsnelheid, of
    • c.
      de maximumsnelheid die geldt binnen een erf,

      Originele wettekst

      de in artikel 45 aangegeven snelheid,
  • 2
    Als er tegelijk een maximumsnelheid op een verkeersbord en elektronisch bord worden aangegeven dan geldt de laagst aangegeven maximum snelheid.
RVV Artikel

Artikel 73

Bij rijstrooklichten betekent:
  • a.
    als er een groene pijl of maximumsnelheid op het electronisch signaleringsbord staat dan mag de rijstrook worden gebruikt.

    Originele wettekst

    groene pijl of maximumsnelheid, aangeduid door bord A3 van bijlage I: de rijstrook mag worden gebruikt;
  • b.
    Rood kruis: de rijstrook mag niet worden gebruikt.

    Originele wettekst

    rood kruis: de rijstrook mag niet worden gebruikt. De vluchtstrook mag alleen in noodgevallen worden gebruikt;
  • c.
    Witte pijl: er komt een rood kruis aan.

    Originele wettekst

    witte pijl: voorwaarschuwing rood kruis;
  • d.
    Het woord "BUS": de rijstrook mag alleen door bestuurders van een lijnbus of autobus worden gebruikt.

    Originele wettekst

    het woord «BUS»: de rijstrook mag slechts gebruikt worden door bestuurders van een lijnbus en bestuurders van een autobus;
  • e.
    Het woord "LIJNBUS": de rijstrook mag alleen worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus .

    Originele wettekst

    het woord «LIJNBUS»: de rijstrook mag slechts worden gebruikt door bestuurders van een lijnbus.
RVV Artikel

Artikel 6

  • 1
    Als bromfietser moet u het fiets/bromfietspad gebruiken.
  • 2
    Als bromfietser moet u de rijbaan gebruiken als er geen fiets/bromfietspad is.
  • 3
    Als uw bromfiets breder dan 0,75 meter is , danwel als u een aanhanger achter uw bromfiets hebt die breder is dan 0,75 meter moet u op de rijbaan rijden.
RVV Artikel

Artikel 10

  • 1
    Als u een bestuurder bent en niet op een fiets, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig of paard rijdt, gebruikt u de rijbaan en als u een aanhanger trekt mag u ook andere gedeelten gebruiken voor het parkeren met uitzondering van het voetpad, fietspad, fiets/ bromfietspad of het ruiterpad.
  • 2
    Als u op een fiets of in een gehandicaptenvoertuig rijdt mag u de fietsstrook met doorgetrokken streep gebruiken. Andere bestuurders mogen dit niet.
RVV Artikel

Artikel 25

  • 1
    Binnen een blauwe zone mag u alleen maar parkeren op plekken die als parkeerplaats zijn aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep.
  • 2
    Binnen een blauwe zone mag u alleen uw motorvoertuig met meer dan 2 wielen parkeren met een duidelijk zichtbare parkeerschijf. Als je motorvoertuig een voorruit heeft moet de parkeerschijf achter het voorruit geplaatst worden.
  • 3
    Op de parkeerschijf mag op de voorzijde maar één cijferreeks staan die de uren aangeven. Bij het begin van het parkeren moet de schijf zo gedraaid worden dat deze het begintijdstip van het parkeren aangeeft. De parkeerschijf mag geen mechanisme hebben die automatisch verschuift.
  • 4
    Bij het instellen van de parkeerschijf mag het tijdstip dat het parkeren begint naar boven afgerond worden op het eerstvolgende hele of halve uur.
  • 5
    Als er een onderbord bij het het blauwe zone is die dagen of uren vermeld, geldt het gebruik van de parkeerschijf alleen op die dagen of uren.
RVV Artikel

Artikel 5

  • 1
    Op de fiets moet u het verplichte fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken.
  • 2
    Op de fiets mag u de rijbaan gebruiken als er geen fietspad of fiets/bromfietspad is.
  • 3
    Op de fiets mag u het onverplichte fietspad gebruiken. Op de snorfiets met een benzine motor mag je alleen op het onverplichte fietspad met de motor uit.
  • 4
    Als uw fiets breder dan 0,75 meter is, danwel als je een aanhanger achter je fiets hebt die breder is dan 0,75 meter, mag u op de rijbaan fietsen.
  • 5
    Als u ouder bent dan 16 jaar en een snorfiets bestuurt, mag u het voetpad gebruiken als u een gehandicaptenparkeerkaart hebt of een officieel uitgegeven kaart voor het vervoeren van gehandicapten.
  • 6
    Als u jonger bent dan 16 jaar en een snorfiets bestuurt, moet u het voetpad gebruiken als u een gehandicaptenparkeerkaart hebt, of een officieel uitgegeven kaart voor het vervoeren van gehandicapten.
  • 7
    Als u jonger bent dan 16 mag u met een snorfiets niet op het fietspad of de rijbaan.
  • 8
    Bestuurders van snorfietsen maken gebruik van de rijbaan als dit door middel van verkeersborden is aangegeven.
  • 9
    Als er een verwijzing met borden is dat de snorfiets op de rijbaan moet, dan geldt dit niet voor bijzondere bromfietsen (bijvoorbeeld een Segway) die door de minister zijn aangemerkt. Dit geldt ook niet voor gehandicaptenvoertuigen.

In de praktijk

Situatie

Niet keren op de autosnelweg

Op een autosnelweg mag u niet keren of achteruit rijden
Situatie

Verlichting aanhangwagens

Geparkeerde aanhangwagens moeten bij slecht weer overdag en 's nachts achterlicht en stadslicht voeren. 
Situatie

Vrachtwagens met aanhanger

Voor vrachtwagens en bussen die geen T100-bus zijn, en met een aanhanger rijden, geldt een maximumsnelheid van 80 km/h.
Situatie

Autogordel

Indien er autogordels aanwezig zijn in een bus, dient u deze te gebruiken. 
Situatie

Autosnelweg

U mag alleen op de snelweg rijden als uw voertuig minimaal 60  km/h kan rijden. 
Situatie

Minimaal 60 km/h voor de autosnelweg

De autosnelweg is alleen voor voertuigen die ten minste 60 km/h kunnen rijden.
Situatie

Autogordel

In Nederland is het verplicht een autogordel te dragen. Kinderen, jonger dan 18 jaar en kleiner dan 1.35m. moeten gebruik maken van een kinderbeveilig
Situatie

Snelweg

Op een snelweg mag u niet keren of achteruit rijden. 
Situatie

Rijden met aanhanger

Voor personenauto's, bestelauto's, motorfietsen, driewielige voertuigen en T100-bussen die een aanhanger trekken met een maximaal toegestane massa van